Met de vondst van het lichaam van militair Jürgen Conings is voor het Vlaams Belang de zaak zeker nog niet gesloten. “Integendeel, over de omstandigheden van de vlucht van Conings moet alles nog uitgeklaard worden”, zegt Kamerlid Annick Ponthier (Vlaams Belang), die hierover minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) zal interpelleren. “De enige zekerheid die we op dit ogenblik hebben, is dat binnen Defensie de psychologische begeleiding van de van missies terugkerende militairen ondermaats is.”
Voor het Vlaams Belang blijven er vele vraagtekens over in de zaak rond de overleden militair Conings. “De onderste steen moet maar eens bovengehaald, zeker wat betreft de politieke verantwoordelijkheden, en deze keer zonder goedkope sensatiezucht en doorprikbare partijpolitieke verdachtmakingen”, aldus Ponthier. “Het blijft bijvoorbeeld onbegrijpelijk dat Conings, een gekwelde man met gediagnosticeerde psychoses, in staat was wapens te ontvreemden.”
“Meer inzetten op psychologische begeleiding, dat moet de voornaamste les zijn”
Jürgen Conings werd in 1992, op z’n achttiende, in het leger aangeworven en trok vervolgens op missie in Joegoslavië, Bosnië, Kosovo en Irak. Ook was hij vier keer in Afghanistan en twee keer in Libanon. “Tijdens een van die missies, waar men meer dan goed is met ellende geconfronteerd wordt, stapte zijn moeder ook nog eens uit het leven”, vervolgt Ponthier. “Maar uit de medische onkostennota’s hebben we kunnen afleiden dat hij in het leger nooit enige psychologische hulp heeft gekregen.” Of Conings, die huisvader was en als militair meermaals onderscheiden werd, posttraumatisch stresssyndroom overhield aan de missies of kampte met psychoses is zeker niet ondenkbeeldig. “De medicatie tegen psychoses die in zijn rugzak werden aangetroffen, wijzen er alleszins op.”
Het Vlaams Belang eist een betere psychologische begeleiding van militairen, zeker na buitenlandse missies. “Dat is de les die getrokken moet worden. En het is een kwestie van respect voor mensen die hun leven wagen tegen terroristen allerhande”, aldus nog Ponthier. “Hadden we hierin eerder slim en goed geïnvesteerd, dan moesten we misschien de grote kostprijs van de zoektocht zonder resultaat, 650.000 euro, niet uitgeven.” Voor de familie van Conings staat vast dat het drama nooit zou gebeurd zijn, mocht de man de nodige hulp hebben gekregen.
“Helaas was psychologische bijstand en preventie van dit soort voorvallen in deze zaak niet de eerste bekommernis van de traditionele politiek, de media, het departement Defensie en de legertop”, besluit Ponthier. “Daarvoor was het enthousiasme en de gretigheid te groot om de situatie politiek te recupereren tegen ‘extreemrechts’, om vervolgens de baan vrij te kunnen maken voor anti-Vlaamse zuiveringen in het leger. Hun reeds lage geloofwaardigheid heeft hierdoor nog maar eens een flinke knauw gekregen.”